Bij uitstraling is er in de meeste gevallen sprake van een verdrukking van zenuwweefsel, hetgeen leidt tot een tintelende sensatie, eventueel gepaard gaande met doofheid en krachtverlies in de aangestuurde regio. Deze verdrukking kan ter hoogte van de wervelkolom ontstaan, door bijvoorbeeld een uitstulping van een tussenwervelschijf of door botwoekeringen bij vergevorderde artrose. Ook in het verloop van de zenuw kunnen problemen ontstaan, waardoor dergelijke verschijnselen optreden. De osteopaat tracht de locatie te vinden waar de verdrukking plaatsvindt, maar onderzoekt ook altijd waarom die verdrukking daar plaatsvindt. Waarom is er een hernia aanwezig? Waarom is er artrose? In de houding van de patiënt zijn vaak veel oorzaken te vinden. Een afgevlakte onderrug geeft een grotere belasting op de tussenwervelschijven, terwijl een holle onderrug eerder artrose van de gewrichtjes bespoedigt. De houding van de patiënt is een gevolg van veel uiteenlopende componenten en het is daarom dat een osteopaat de patiënt altijd in zijn totaliteit onderzoekt en nooit alleen de regio van de klacht alleen.