In de osteopathie hechten we groot belang aan de beweeglijkheid en doorbloeding van onze organen. We maken hierbij een onderverdeling in de primaire en de secundaire uitscheidingsorganen. De primaire uitscheidingsorganen zijn: lever, darmen en nieren. Wanneer er zich een probleem voordoet in de primaire uitscheidingsorganen; lever, darmen en nieren (denk hierbij aan oorzaken als voeding, medicatie, littekenweefsel na operatie, etc.) gaan de secundaire uitscheidingsorganen meer aangesproken worden door het lichaam. (De secundaire uitscheidingsorganen zijn: longen, huid, neus- en bijholten.) De secundaire uitscheidingsorganen zullen een tandje moeten bijzetten en gaan zichzelf overbelasten. Dit veroorzaakt problemen met de huid (uitslag/acne/eczeem), long- of luchtwegklachten en/of bij- en voorhoofdsholteontstekingen.
De osteopaat zal de oorzaak en dus de primaire uitscheidingsorganen hun beweeglijkheid teruggeven en de doorbloeding stimuleren, hierdoor kunnen de secundair ontstane klachten verbeteren.
Mogelijk spelen eerder genoemde bewegingsverliezen van de schedel ook een rol doordat lokaal de doorbloeding en dus de gezondheid van het slijmvlies slechter wordt. De osteopaat zal de bewegingsverliezen van de aangezichtsbeenderen, schedelnaden, doorbloeding en bezenuwing in deze regio trachten te optimaliseren.